PUBLICATIES




    Hans Dooremalen (2019a), "Inleiding: naar een wetenschap van bewustzijn", in Filosofie - Tijdschrift 29(4): 2-4.
Dit is mijn redactionele inleiding bij de bijdragen van Izana Bayerman, Max van der Linden, Herman de Regt en mezelf.

    Hans Dooremalen (2019b), "De adaptieve functie van bewustzijn", in Filosofie - Tijdschrift 29(4): 11-17.



    Hans Dooremalen (2018), Descartes in Amsterdam, Boom, Amsterdam.

Achterflaptekst: Amsterdam, oktober 1634. Naast de Westerkerk wordt een lijk gevonden. In de verse sneeuw is een vreemd symbool getekend en de hand van het naakte lijk omklemt een rapier. Wanneer meer doden onder vergelijkbare, mysterieuze omstandigheden worden aangetroffen, wordt de hulp ingeschakeld van een beroemde inwoner van de stad: René Descartes. De Franse filosoof zet zijn befaamde methode in om het mysterie te ontrafelen.

Descartes in Amsterdam is niet alleen een spannende detective, maar ook een filosofische en historische roman. Het boek biedt een introductie in de vroege cartesiaanse methode en dompelt de lezer onder in het sociale en politieke leven van het zeventiende-eeuwse Amsterdam, bevolkt door beroemde historische figuren als Caspar Barlaeus, Andries Bicker en Nicolaes Tulp.

‘Sherlock Holmes meets René Descartes: een ingenieuze plot, zeventiende-eeuwse sfeer en de lezer steekt er ook nog iets van op.’ – René Appel.



    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2017), "Welkom in Trumpland. De alternatieve feiten van illusionist Victor Mids", Skepter 30(2): 19-23.




    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2016a), "Voorbij de zuilen van Hercules". Dit is het nawoord bij de vertaling door Willem Visser van de Novum organum van Francis Bacon. We leggen hierin uit waarom dit boek uit 1620 nog steeds relevant is voor de mens die kritisch en wetenschappelijk wil denken.




    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2016b), "Het snapgevoel", Skepter 29(3): 42-46. In dit stuk geven we een korte samenvatting Het snapgevoel en houden een pleidooi psychologie in te voeren als verplicht vak op middelbare scholen, zodat iedereen in de toekomst o.a. leert welke biases mensen hebben.




    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2016c), "Meer wetenschap in de politiek", Wijsgerig Perspectief. In dit stuk laten we zien dat politieke partijen weliswaar wetenschappelijke bureaus achter zich hebben staan, maar dat de partijprogramma's niet zo wetenschappelijk zijn als je zou wensen. Het stuk verschijnt ergens in de tweede helft van 2016.





    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2015a), Het Snapgevoel, Hoe het gevoel van begrip ons denken gijzelt, Boom, Amsterdam.
"Soms hebben mensen het gevoel te weten hoe iets zit en hebben daarbij niet door dat dat een illusie is. In Het snapgevoel laten Herman de Regt en Hans Dooremalen zien hoe mensen, puur door het gevoel te hebben dat ze iets doorhebben, soms ideeën voor waar aannemen die eigenlijk grote onzin zijn.

Recent neuropsychologisch onderzoek maakt steeds vaker een verschil tussen kennis en het gevoel van kennis. Het gaat om het verschil tussen aan de ene kant cognitie en aan de andere kant de emotie die wij ervaren als we iets voor volkomen juist aannemen. Dat laatste geval noemen Herman de Regt en Hans Dooremalen in hun nieuwe boek ‘het snapgevoel’. De Regt en Dooremalen ontleden dit fenomeen filosofisch, evolutionair en psychologisch. Ze laten zien dat wij er gevoelsmatig vaker naast zitten dan wij denken.

Het snapgevoel is het vervolg op het zeer succesvolle boek Wat een onzin! (2008, 5e druk) Deze keer is het De Regt en Dooremalen niet zozeer te doen om de ontmaskering van allerlei kwakzalverij en pseudokennis. Centraal staat de vraag waarom wij soms pure nonsens voor waar aannemen. In een heldere stijl tonen zij aan dat ontkomen aan het snapgevoel moeilijk is, maar dat wij deze taak onverschrokken op ons moeten nemen."




    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2015b), "De kunst van het speuren". Dit is een stuk over Descartes en Peirce en de redeneervormen inductie, deductie en abductie.





    Hans Dooremalen (januari 2014), 8 Questions About the Conscious Mind, Boom, Amsterdam.

In this book eight questions about the conscious mind are addressed, like: What is the conscious mind?, How is it related to the (rest of the) physical world? and Where does the mind stop? The book is a historical introduction into the mind-body debate. A materialist view is defended, but it is left open which materialist view is the right one. The book is aimed at readers with no philosophical or psychological background.






In 2014 verscheen bij Uitgeverij Boom een geheel nieuwe lesmethode filosofie. Onder redactie van Frank en Maarten Meester combineert Durf te denken! het beste van twee werelden: de hoofdstukken in het tekstboek zijn geschreven door filosofen werkzaam aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten; het oefenmateriaal werd ontwikkeld door ervaren docenten uit het voortgezet onderwijs.

Bekijk hieronder het interview met Frank Meester over deze methode.


Hier is meer achtergrondinformatie te vinden over deze methode

    Herman de Regt & Hans Dooremalen (maart 2014), "Kennisleer", in Frank & Maarten Meester (red.), Durf te Denken! Filosofie voor VWO, Boom, Amsterdam.

Deze inleiding in de kennisleer start met het rationalisme van Descartes, waarna we het empirisme van de Briste flosofen Locke, Berkeley en Hume uitleggen. Hierna bespreken we de epistemologie van Kant. In deze methode geven de auteurs van de verschillende hoofdstukken expliciet hun visie. In het VWO-deel hebben we daarom het pragmatisme en de genaturaliseerde epistemologie uiteengezet.

    Herman de Regt & Hans Dooremalen (april 2014), "Kennisleer", in Frank & Maarten Meester (red.), Durf te Denken! Filosofie voor HAVO, Boom, Amsterdam.

Deze inleiding in de kennisleer start met het rationalisme van Descartes, waarna we het empirisme van de Briste flosofen Locke, Berkeley en Hume uitleggen. Hierna bespreken we de epistemologie van Kant. In deze methode geven de auteurs van de verschillende hoofdstukken expliciet hun visie. In het HAVO-deel hebben we daarom het pragmatisme uiteengezet.





   Hans Dooremalen (2013),"Twee zielen, een gedachte, Waarom de ziel op de ontologische schraplijst hoort", in Has Klerx & Annemarie Hinten-Nooijen (red.) (2013), Twee Zielen in een Borst, Filosofie op Spanning, Valkhof Pers, Nijmegen: 27-40.





   Hans Dooremalen (2011),"Francis Bacon en The Prestige", in Cimedart 41(1). Een kort artikeltje over de opvattingen van Francis Bacon, de film over goochelaars The Prestige van Cristopher Nolan en de 'mediums' in onze samenleving die doen alsof ze paranormaal begaafd zijn.

   Hier is een pdf van deze tekst.




   Hans Dooremalen, Herman de Regt & Maurice Schouten (2010), Stof tot Denken. Filosofische aspecten van brein en bewustzijn, Boom, Amsterdam.

Achterflaptekst:
'Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten, en zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon', dichtte Willem Kloos. En inderdaad is niets dichterbij dan de eigen gedachtewereld. Ieder heeft ervaringen van geluk of pijn waartoe niemand anders toegang heeft. Ook nemen we aan dat we uit vrije wil handelen. Maar wat als dit bewustzijn en deze vrije wil illusoire bijverschijnselen zijn van materiële lichamelijke processen?

Volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten is het brein een evolutionair ontwikkelde machine. Waar het bewustzijn betekenis draagt, keuzemogelijkheden biedt en kennis van de wereld presenteert, werken zenuwcellen blindelings, automatisch en onwetend. De kleurrijke wereld die je ervaart is hoogstens het raadselachtige product van hun louter fysische werkzaamheid.

Stof tot denken presenteert op heldere wijze gezichtspunten uit psychologie en filosofie over de relatie tussen lichaam en geest. Van de filosoof Descartes, via kleine mannetjes in de hersenen en Turingmachines, tot de moderne neuropsychologie, behandelt het de fascinerende wereld van het denken over het denken. Steeds weer gaat het om de vraag: hoe kan het dat stof denkt? Of denkt stof toch niet?"

Uit de recensie in Tijdschrift voor Neuropsychologie (2011, jrg. 6, nr.1: 58):
"Dooremalen, De Regt & Schouten [...] hebben een zeer leesbaar en leerzaam overzicht geschreven van recente ontwikkelingen in de discussie over de relatie tussen hersenen en cognitie, brein en bewustzijn."

Uit de recensie in Filosofie Magazine door Harrie ten Have (2011, nr.6: 84-85):
"Wie meer wil begrijpen van het lichaam-geestprobleem heeft aan Stof tot denken een handige inleiding."






    Hans Dooremalen & Denny Borsboom (2010), "Metaphors in Psychological Conceptualization and Explanation," in A. Toomela and J. Valsiner (Eds.), Methodological thinking in psychology: 60 years gone astray? Charlotte, N.C.: Information Age Publishers.




    Hans Dooremalen (2009), "Waarom zovelen in Char geloven", in Trouw 19 september 2009.





    Hans Dooremalen (2009), "Waarom mensen ongefundeerde exotische overtuigingen heben", in De Vrijdenker november 2009.





    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2008) Wat een onzin! Wetenschap en het paranormale, Boom, Amsterdam.

    In dit boek laten we aan de hand van een aantal gevalsstudies zien dat in populaire publicaties over paranormale zaken vaak onterecht een wetenschappelijke status geclaimd wordt voor het onderzoek dat zou bewijzen dat paranormale en bovennatuurlijke zaken echt bestaan. Zo wordt door parapsychologen beweerd dat bijna-doodervaringen het wetenschappelijk bewijs vormen voor de stelling dat het bewustzijn onafhankelijk van het lichaam kan functioneren. Allerlei mediums beweren met de doden te kunnen praten en ze gaan er vaak prat op dat ze wetenschappelijk onderzocht zijn en door de onderzoekers als echte mediums zijn aangewezen. Homeopathische middelen (in de betekenis van eindeloze verdunnigen van water) zouden wetenschappelijk bewezen effecten hebben. Verdedigers van de Intelligent Design bewering menen dat ze wetenschappelijke bewijzen hebben voor een bovennatuurlijke kracht die ingegrepen heeft in de evolutie van het leven op aarde. In het boek laten we van deze en andere zaken (o.a. hekserij) zien dat het allemaal onzin is: er zijn helemaal geen wetenschappelijke bewijzen voor deze exotische beweringen. Van deze gevalsstudies leren we niet alleen hoe het niet moet, maar ook wat nu de kenmerken zijn van hoe het wel moet: we leren wat de criteria zijn waar goede wetenschap aan moet voldoen. Deze gevalsstudies leveren ons dus de eisen op waaraan echte en goede wetenschap te herkennen valt. In hoofdstuk zes van dit boek presenteren we een aanzet tot een evolutionaire verklaring voor het feit dat mensen steeds maar weer in paranormale en bovennatuurlijke zaken geloven, zonder dat ze daar echt goede redenen voor hebben. Aan het eind van het boek stellen we de vraag wie dan wat eigenlijk nog mag geloven, waarbij we minstens van wetenschappers verwachten dat zij geen ongefundeerde exotische overtuigingen die ingaan tegen de wetenschap als zinvolle wetenschappelijke stellingen aanprijzen. We sluiten af met een pleidooi voor het belang van wetenschap in de samenleving.

Uit de recensie in De Volkskrant door Sjaak de Priester (22 november 2008):
"Met het oog op de immer uitdijende afdelingen voor esoterie en spiritualiteit in de betere boekhandels is het goed te zien dat er af en toe ook nog iets verschijnt dat de pseudowetenschap aan de kaak stelt. In dit geval is er ook nog eens een uitstekende cursus wetenschapsfilosofie ingebouwd."

Uit de recensie in SKEPP door Dirk Verhofstadt (januari 2009):
"De auteurs leggen goed uit waarom wij als redelijk rationele wezens, toch zo ontvangkelijk zijn voor het geloof in mogelijke krachten die buiten ons bewustzijn liggen."

Uit de recensie in EOS Magazine (januari 2009):
"In een van de laatste hoofdstukken komt de vermoedelijk wijdste verspreide vorm van geloof in het bovennatuurlijke aan bod. Hier buigen De Regt en Dooremalen zich over de vraag hoeveel ruimte de wetenschap laat voor het geloof in God. Het antwoord laat zich raden."







    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2007c), "God is de ultieme Boeing 747" Filosofie Magazine 3/2007, jaargang 16: 70-72.

    Dit is een review vanuit onze kijk op de relatie tussen wetenschap en religie van de boeken Darwin of God, Een broedertwist (M. Ruse), God als misvatting (R. Dawkins), De betovering van het geloof. (D. Dennett), Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp? & En God beschikte een worm. (C. Dekker, R. Meester & R. van Woudenberg.) We argumenteren dat "het voortschrijdend wetenschappelijk inzicht steeds minder ruimte laat voor het geloof in een God zoals die figureert in oude verhalen. [...] geloof in God blijkt ook in onze tijd risicovol. Leedvermindering kunnen we, als we daarvoor kiezen, wetenschappelijk proberen te voorkomen: we weten (ongeveer) in welke omstandigheden mensen, in naam van een religie, anderen iets gaan aandoen. Maar het blijft ontegenzeglijk zo dat sommigen al het wereldlijke leed verdragen omwille van hun diepste religieuze overtuigingen."






    Hans Dooremalen, Herman de Regt & Maurice Schouten (2007), Exploring Humans, An Introduction to the Philosophy of the Social Sciences, Boom, Amsterdam.

    Dit boek geeft een overzicht van de belangrijkste filosofische analyses van kennis en wetenschap. Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel - kennisleer - bespreken we het rationalisme van Plato en het empirisme van Aristoteles. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door de uiteenzetting van de wetenschappelijke revolutie en de visie op kennis en wetenschap van Francis Bacon. Hoofdstuk drie handelt over het rationalisme en empirisme in de zeventiende en achttiende eeuw, waarna we het eerste deel afsluiten met wat David Hume en Immanuel Kant aan opvattingen hadden over menselijke kennis. Deel II - wetenschapsfilosofie - gaat verder op de historische weg, maar omdat het nu over wetenschap en wetenschapsfilosofie gaat en het boek bestemd is voor de sociale wetenschappen, wordt elk hoofdstuk gevolgd door drie gevalsstudies (telkens een studie voor economie, een voor psychologie en een voor sociologie). Hoofdstuk 5 gaat over positivisme en over hermeneutiek, hoofdstuk 6 over de vroege Wittgenstein en het Logisch Positivisme en hoofdstuk 7 over Karl Popper. In hoofdstuk 8 is een uiteenzetting van de positie van Kuhn zoals hij die in The Structure of Scientific Revolutions presenteerde, en de latere nuancereingen. Ook wordt hier zijn invloed duidelijk op de wetenschapssociologie en de invloed die de latere Wittgenstein op deze posities gehad heeft. In hoofdstuk 9 komen de radicale opvattingen van Paul Feyerabend aan bod, gevolgd door het genuanceerde falisificationisme van Imre Lakatos. Hoofdstuk 10 vormt het slot van deel II, waarin de discussie tussen het wetenschappelijk realisme en antirealisme (met name Bas van Fraassen) uitgelegd wordt. Deel III bevat onze eigen visie op epistemologie, wetenschap en wetenschapsfilosofie. Hoofdstuk 11 is een uiteenzetting van het pragmatisme (Peirce, Dewey, James en het neo-pragmatisme). Hoofdstuk 12 bespreekt het naturalisme en in hoofdstuk 13 presenteren we de vooruitzichten voor de sociale wetenschappen.

Exploring Humans is inmiddels aan de vierde druk toe (vierde druk: 2013). Bij de vierde druk heeft de uitgever het omslag veranderd en die gelegenheid hebben we aangegerepen om de ondertitel te verbeteren. De oude ondertitel was mooier, maar dekte de lading minder goed.

Achterflaptekst:
"Science is the most powerful generator of knowledge. No one seems to doubt that scientists steadily reveal the secrets of the world and human behaviour. But what exactly is the scientific method? Does science really offer insight into the nature of the world and the interactions of humans?

Exploring Humans examines how philosophers struggled with these questions. This book highlights their influence on thinking about social sciences like economics, psychology and sociology. By presenting cases and reassessing the traditions of pragmatism and naturalism, it explores and defends the idea that science indeed offers the best view on humans and the world."

Van de achterflap:
"This impressive book prepares students to appriciate and critique the contemporary social sciences through illuminating exposition and analysis of the major contributors to our modern understanding of science."
William Bechtel
University of California, San Diego

"This is the best synthetic introduction to the philosophy of science now available in the English language."
Ronald Giere
Center for Philosophy of Science, University of Minnesota, Twin Cities

"Exploring Humans is amazingly exhaustive for a textbook, and goes quite far beyond the philosophy of the social sciences."
Bas van Fraassen
San Francisco State University and professor emeritus at Princeton University

Uit het review artikel "What is Philosophy of Science" in International Studies in the Philosophy of Science (Vol.23, no. 3, pp. 313-321):
"[The authors] present philosophy of knowledge and philosophy of science problems, questions, and debates basic ones, but also pretty complex ones in a crystal-clear and easy to read prose. This is an admirable achievement. Of the three books discussed in this article, I believe only Exploring Humans would work as an undergraduate introduction to philosophy for social science students: I think in particular of part one and (most of) part two of the book. Some of the chapters towards the end of the book would probably be somewhat more difficult to comprehend for an undergraduate audience, despite the clear prose."
Cathrine Holst
University of Oslo

    De inhoudsopgave en inleiding van Exploring Humans je hier downloaden.




    Eva-Anne le Coultre, Bas Jongenelen & Hans Dooremalen (2007), Werkboeken HAVO & VWO bij Cogito - Inleiding in de Filosofie, Veen, Diemen.

    Eva-Anne le Coultre heeft deze methode voor HAVO en VWO geschreven. Het boek is bedoeld als lesboek voor HAVO en VWO en als inleiding voor eenieder die interesse in de filosofie heeft.

Uit de recensie in Filosofie Magazine (3/2007):
"Cogito [...] is opgedeeld in zes filosofische thema's - wijsgerige antropologie, ethiek, wetenschapsfilosofie, sociale filosofie, esthetica en kennistheorie - steeds uitgeleid met artikelen uit Filosofie Magazine. 'Deze inleiding sluit aan bij het examen voor havo en vwo [...] maar is geschikt voor iedereen die een overzichtelijke inleiding in de filosofie zoekt', schrijft de auteur. Cogito lost de spagaat tussen historisch en thematisch op met een tijdbalk die door het hele boek loopt."




   Hans Dooremalen (2007b, herdruk van 2004b), "De onthutsende conclusies van John Locke - kleuren bestaan niet," in Eva-Anne Le Coultre (2007), Cogito: 126-129.




    Hans Dooremalen (2007a), "Rationaliteit en Lichamelijkheid" in Durante Magazine.

    De mens ziet zichzelf graag als het rationele wezen dat mede door het bezit van de ratio de dierlijke neigingen kan onderdrukken en daardoor een moreel wezen is. In dit artikel argumeneer ik, dat die nadruk op het rationele wat onterecht is. Het is precies omdat we emotionele wezens zijn dat we morele wezens zijn. In deze kwestie speelt het lichaam een belangrijke rol. Ik presenteer hier een gevalsstudie van seriemoordenaars. Als de chemische huishouding in het lichaam verstoord raakt, dan heeft dat zijn impact op het brein, op zo'n manier dat we kunnen vaststellen dat men nog steeds rationeel is, maar dat men ook een monster is geworden.




    Hans Dooremalen (2006), "Review van Lawrence Shapiro's The Mind Incarnate", Philosophical Psychology, 19(6): 839-842.

    Dit is een review van Lawrence Shaprio's boek, dat ik iedereen aan kan raden die zich bezichhoudt met het vakgebied van de philosophy of mind. Shapiro bekritiseert de aanname dat mentale toestanden meervoudig realiseerbaar zouden zijn. Hij verdedigt de identiteitstheorie niet op een directe manier, maar door te stellen dat hij het concept 'meervoudige realisatie' (dat de kern van het tegenargument voor de identiteitstheorie vormt) enkel bruikbaar acht als we eerst eens uitleggen wat we ermee bedoelen. Het boek is voor een groot deel een conceptuele analyse van meervoudige realiseerbaarheid. Shapiro tot de conclusie dat er allerlei restricties zijn aan de meervoudige realisatie van mentale toestanden. In zijn ogen is een silicium duplicaat van een brein waarin neuronen vervangen zijn door chips die hetzelfde doen geen voorbeeld van meervoudige realisatie. Dus zelfs als dit geen science fiction zou zijn, is het geen argument ten faveure van functionalisme.

    Link naar website Larry Shapiro.




    Hans Dooremalen (2005a), Abstract of "What is it like to be a gnat?" Psyche.




    Hans Dooremalen (2005b), "Intelligent Design-theorieën zijn geen wetenschappelijke alternatieven voor de neodarwinistische evolutietheorie" Erasmus University Digital Repository.

   In dit artikel geef ik aan wat een aantal eisen is waaraan wetenschap moet voldoen. De neodarwinistische evolutietheorie voldoet aan die eisen en is dus wetenschappelijk te noemen. Dit in tegenstelling tot de Intelligent Design bewering.




    Herman de Regt & Hans Dooremalen (2005), "Intelligent Design Beweging in Nederland: Creationisme in een Nieuw Jasje?" Durante Magazine jaargang 1, nummer 1.

   In dit artikel waarschuwen we tegen de opkomst van de Intelligent Design (ID) beweging in Nederland. We beargumenteren dat ID niks anders is dan creationisme, wat geet wetenschap maar religie is. Er zijn totaal geen wetenschappelijke gegevens die ook maar de kleinste hint zouden geven dat de ID bewering correct is. Er is geen plaats voor ID in de wetenschap.

   Hier is een pdf van deze tekst.



    Dooremalen, H. (2004b) "De onthutsende conclusies van John Locke - kleuren bestaan niet," Filosofie Magazine, nummer 8: 36-38.

   Kort historisch profiel van John Locke. Ik laat hierin zien dat Locke gelijk had dat kleuren secundaire kwaliteiten zijn.
Dit valt relatief makkelijk te zien door naar het volgende plaatje te kijken. De stippen in het midden hebben dezelfde fysische eigenschappen. Ook het licht dat erop valt en dat gereflecteerd wordt is in beide gevallen gelijk. Toch lijken de kleuren verschillend te zijn. Dit komt omdat ons brein de stippen in de verschillende omgevingen anders verwerkt. Als je de omgeving van beide stippen afdekt met een stuk zwart papier (en dus de omgeving voor beide stippen gelijk wordt), dan ervaren we de stippen als gelijk van kleur.




    Hans Dooremalen (2004a) "Paul Churchland," in Julian Baggini and Jeremy Stangroom (2004) (Eds.), Great Thinkers A-Z, Continuum, London & New York: 61-63.

   Dit is een herdruk van (1997a) .

   Van de website of TPM: Great Thinkers A-Z brings together 101 lively and concise snapshots of the people who have shaped Western thought from ancient times until today. They key figures from all major Western traditions are here. Also included are other major thinkers such as Freud, Darwin and Einstein, who, while not philosophers, have nevertheless had a major impact on philosophy. Together these snapshots offer a full and fascinating overview of Western philosophy.




    Hans Dooremalen (2003), Evolution's Shorthand, A Presentational Theory of the Phenomenal Mind, Dissertation, University of Nijmegen.

    Dit is mijn proefschrift. Hierin beargumenteer ik dat: phenomenal experiences form a heterogeneous set of causally efficacious internal and direct presentations. In most normal conditions they are used to represent real properties of external objects or bodily states in a nonconceptual, indirect though reliable way, approximately projecting them back on these states with which they causally covary. In other words: they represent or track those properties. The normal conditions are those conditions in which the experiencing organisms evolved. Phenomenal representations are a species-specific evolutionary shorthand for complex information about the environment or the body that - in principle - could also be represented in another less economic way. It is precisely this economic manner of representing, which makes phenomenal consciousness a feature that is selected for in evolution by natural selection. In all other conditions phenomenal experiences are either just presentations not representing anything (e.g. afterimages), or they are used to represent features that are not found in the environment in which the experiencing organisms evolved (e.g. the beauty of art). Since phenomenal experiences were selected for their representational abilities, experiencing organisms have the natural inclination to interpret any phenomenal experience as representational, even if it is merely a presentation.




    Dooremalen, H. (2002b), "De terugkeer van het subject: de essentieel representationele aard van subjectieve ervaringen," in R. Devos, A. Braeckman & B. Verdonck (red.), Terugkeer van het Subject? Recente ontwikkelingen binnen de filosofie, Universitaire Pers Leuven, Leuven: 181-190.

    In deze paper beargumenteer ik dat hoewel de inhoud van fenomenale toestanden ook zonder fenomenale ervaringen gerepresenteerd kan worden, fenomenale toestanden niet gereduceerd kunnen worden tot niet-fenomenale toestanden. Fenomenale representaties hebben een voordeel in het proces van evolutie via natuurlijke selectie. (In mijn proefschrift heb ik deze stelling genuanceerder uitgewerkt.)
   Hier is een pdf van deze tekst.




    Dooremalen, H. (2002a), "David Chalmers' eigenschapsdualisme" in J. Leilich, P. Reynart & J. Veldeman (red.), Het bewustzijn in de fysische wereld - filosofische essays over materialisme en fenomenaal bewustzijn, Peeters, Leuven: 151-170.

    Dit is een artikel waarin ik de filosofie van David Chalmers uiteenzet, gevolgd door een aantal problemen met die theorie.

   Samenvatting van het boek: What is it like to be a bat? van Thomas Nagel bracht het fenomenale bewustzijn terug in het centrum van de analytische filosofie van de geest. 'Fenomenaal bewustzijn' staat voor de subjectieve kwaliteiten van de ervaring, die onreduceerbaar blijken tot objectieve breinprocessen. Het bewustzijn in de fysische wereld stelt de vraag of het fenomenaal bewustzijn ingepast kan worden in een materialistisch wereldbeeld. In tien essays, geschreven door verschillende filosofen uit het Nederlandse taalgebied, worden de meest prominente hedendaagse benaderingen van het fenomenaal bewustzijn voorgesteld en kritisch onderzocht. Daarnaast bevat het boek een uitgebreid inleidend hoofdstuk dat verhelderend zal zijn voor wie voor het eerst kennismaakt met de analytische filosofie van de geest. Tot de behandelde onderwerpen behoren: het qualia-debat, voorstelbaarheidsargumenten tegen het materialisme, het kennisargument (Frank Jackson), functionalisme, computationele theorieën (Berard Baars, Daniel Dennett), representationele theorieën, New Mysterians (Colin McGinn), The Conscious Mind van David Chalmers en de indexicale theorie van het bewustzijn. De redacteurs zijn verbonden aan de werkgroep Filosofische Psychologie van de Universiteit Antwerpen.




    Hans Dooremalen (2001), "Review of Scott Sturgeon's Matters of Mind, Consciousness, Reason and Nature", in Journal of Consciousness Studies 8(8): 78-79.




    Hans Dooremalen (2000), "David Chalmers' te sterke anti-reductionisme", in Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte nr. 4, oktober: 257-276.

    In deze paper argumenteer ik voor de stelling dat David Chalmers' argumenten voor zijn anti-reductionisme veronderstellen wat ze bewijzen moeten. Bovendien is zijn versie van het anti-reductionisme veel te sterk, waardoor deze onhoudbaar wordt.




    Dooremalen, H. (1999), "David Chalmers' hard problem van het substantiedualisme", in J. Baars & R. Starmans (Red.), Het Eigene en het Andere: Filosofie en Globalisering, Eburon, Delft: 103-114.

    Ik argumenteer in dit artikel dat David Chalmers' naturalistische dualisme met dezelfde problemen zit als het traditionele substantie-dualisme.




    Dooremalen, H. (1997b),"Denken over de geest kan enkel in metaforen", in L. Pijnenburg (Red.), Vijandbeelden van de filosofie, Landbouwuniversiteit Wageningen: 107-110.

   In dit artikel argumenteer ik dat we normaal gesproken enkel in metaforen over de geest denken, waarbij de belangrijkste is dat de geest een computer is.

   Hier is een pdf van deze tekst.




    Hans Dooremalen (1997a), "Snapshots: Paul Churchland", in The Philosophers' Magazine, Issue One: 24.

   Een hele korte introductie van een van de meest invloedrijke filosofen in de analystische filosofie. Het 'snapshot' is niet langer toegankelijk op de website van het tijdschrift, maar is herdrukt in Julian Baggini and Jeremy Stangroom (2004) (Eds.), Great Thinkers A-Z, Continuum, London & New York: 61-63.




    Hans Dooremalen (1996), "De narratieve identiteit van betekenis. Over het verband tussen betekenis, normativiteit en dynamiek", in G. Groot, H. Oosterling & A. Prins (Red.), Van agora tot markt, Erasmus Universiteit Rotterdam: 287-290.

   In dit artikel laat ik zien dat er geen strikte regels zijn die de juiste betekenis van een woord aangeven. Betekenissen veranderen doorheen de tijd, maar dat zijn meestal geen radicale of plotselingen veranderingen. Een woord heeft daarmee analoog aan de identiteit van een mens een narratieve identiteit.